Toetsingskader in cassatie

De Hoge Raad controleert slechts of de lagere rechter in zijn uitspraak de rechtsregels juist heeft toegepast en of de uitspraak voldoende en begrijpelijk is gemotiveerd. Beslissingen, vaststellingen en waarderingen ten aanzien van de feiten zijn in beginsel aan het oordeel van de Hoge Raad onttrokken. Zijn de mogelijkheden in cassatie in zijn algemeenheid al beperkt, in sommige gevallen zijn de mogelijkheden voor een (kansrijk) cassatieberoep nog geringer. Bijvoorbeeld in die gevallen waarin de Hoge Raad lage(re) motiveringseisen stelt. De motiveringsplicht van de rechter is ook steeds afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder het partijdebat. De rechter zal moeten responderen op relevante stellingen en verweren en mag essentiële stellingen niet onbesproken laten. Maar anderzijds: hoe beperkter het partijdebat ten aanzien een specifiek punt is, hoe geringer ook de motiveringseisen die aan de rechterlijke uitspraak daarover gesteld kunnen worden. De in cassatieprocedures gespecialiseerde advocaat kent de verschillende beoordelingskaders en de verschillen in motiveringseisen en kan op basis daarvan tot een afgewogen cassatieadvies komen. Om de hiervoor genoemde redenen is een deugdelijk cassatieadvies ook uitsluitend op basis van het gehele procesdossier te geven.